Tips voor de binnenkaarsen:
- Als je meer kaarsen bij elkaar brandt, zet ze dan op minstens 5 cm van elkaar.
- Knip de wieken telkens voor het branden af tot op 1 cm om te voorkomen dat de kaars gaat walmen. Verwijder de wiekresten uit de kaars.
- Steek meerdere wieken van één kaars altijd allemaal tegelijkertijd aan. Zo brandt de kaars gelijkmatig op.
- Vermijd tocht.
- Als je donkere rook ziet verschijnen na enkele uren branden, betekent dit dat de wieken te lang zijn en dat de kaars gedoofd moet worden.
- Laat de kaars altijd branden totdat het oppervlak volledig vloeibaar is. Dit voorkomt dat de kaars uitgehold raakt.
- Laat nooit lucifers of ander brandbaar materiaal in het kaarsvet achter.
- Brand de kaars nooit langer dan 4 uren en doof de kaars zeker als de smeltplas een hoogte bereikt van 2 cm.
- De beste manier om de kaars te doven, is door de wiek in de vloeibare was te dompelen. Zet de wiek daarna weer rechtop.